‘Het is oké om anders te zijn’
Vijf jaar geleden liet Serena, samen met haar gezin, alles in Taiwan achter voor het land met de vier seizoenen
Vijf jaar geleden liet Serena, samen met haar man en twee kinderen van 10 en 8 jaar, alles in Taiwan achter voor het land met de vier seizoenen. Een belangrijke reden was het werk van de man van Serena bij de High Tech Campus in Eindhoven. “Het was niet een keuze die we in één dag maakten. We hebben er lang over nagedacht en gepraat. Uiteindelijk zagen we het vooral als een mooie kans en een avontuur om in een ander land te wonen.”
“Nederland is in alle opzichten anders dan Taiwan. Ik moest vooral wennen dat de meest normale dagelijkse taken, ineens een uitdaging werden. Zo keek ik mijn ogen uit in de supermarkt. In Nederland verkopen jullie andere producten dan wij gewend zijn. Ik moest met mijn telefoon bij elk product opzoeken wat het was. Zo hebben jullie wel heel veel verschillende soorten boter,” lacht Serena.
Toch vond Serena al snel een manier om erachter te komen wat ze kocht. “Het was voor mij een raadsel wat het verschil was tussen alle opties. Wanneer je meer Nederlandse woorden leert, wordt het een stuk makkelijker. Zo zag ik op een gegeven moment delen van woorden die mij bekend voor kwamen. Staat er ‘on’ voor een woord? Dan betekent dat zonder, zoals bij ongekruid en ongezouten. Op deze manier weet ik wat ik in mijn mandje leg.”
Naast haar ‘slimme trucjes’ kreeg Serena hulp vanuit Taalkracht. “Gelukkig krijgen we in de nieuwsbrief van Taalkracht ook veel informatie over verschillende onderwerpen. Nu weet ik hoe statiegeld werkt en waarop dit van toepassing is, maar ook hoe je geld terugkrijgt vanuit bepaalde subsidies.”
Veel mogelijkheden
“Toen we net aankwamen in Nederland zocht ik naar verschillende manieren om Nederlands te leren. En die zijn er genoeg! Ik hoorde van het Taalcafé en het leek mij een goed begin. Daarnaast kun je bijvoorbeeld een boek dat je goed kent, lezen in het Nederlands om je woordenschat te vergroten. Ook ben ik samen met mijn man lessen gaan volgen bij Taalkracht. Wanneer we nu een brief lezen van de overheid, dan begrijpen we ook wat er staat. Eerst vertaalden we alles met Google Translate, maar de vertaling was nooit goed. Daarom probeer ik zoveel mogelijk activiteiten te combineren. Ieder woord dat je leert is weer mooi meegenomen.”
Nederlands en Chinees
Serena heeft ondertussen een klein bedrijf opgestart, waar ze Chinese les geeft. “Ik heb zelf ervaren hoe het voelt om een nieuwe taal te leren die totaal anders is dan je moedertaal. In het begin is het vaak even schrikken, maar uiteindelijk ben je vooral enthousiast om iets nieuws te leren. Het is goed voor het brein, zelfs als het heel verwarrend aanvoelt. Je krijgt nieuwe gedachten en je wordt uitgedaagd.”
Maar dat is niet het enige waarmee Serena druk is. Naast haar bedrijf leest ze in de bibliotheek voor aan Chinese en Taiwanese kinderen. “Op dit moment lees ik voor aan 18 kinderen. Ik wil een sociale club opzetten. Een veilige haven waar kinderen zich niet hoeven te schamen om Chinees te praten. Ja, we wonen in Nederland en Chinees wordt hier niet gesproken, maar ik wil ze meegeven dat het goed is om te blijven leren en dat ze trots mogen zijn op hun moedertaal. Het is juist een voordeel dat je meer weet en een extra taal spreekt.”
Niemand lacht je uit
Nederlanders zijn anders dan mensen uit andere Europese landen. Jullie zijn aardiger en toegankelijker,” vertelt Serena met een enorme glimlach op haar gezicht. “Het is oké om anders te zijn. Het gaat erom dat je je best doet en een steentje probeert bij te dragen. Just try, niemand lacht je uit,” vertelt Serena.
“Bij Taalkracht heb je deelnemers die al beter Nederlands schrijven of spreken. Maar we hebben allemaal één ding gemeen, iedereen heeft moeite met grammatica en dat is oké. Als je respect toont dan krijg je dat ook terug. Je kan niet meer doen dan je best. Ik voel mij vooral heel gelukkig dat ik fijne mensen heb leren kennen.”